IKH Dilemma 1 S3-1 | |
---|---|
Dilemma context | |
P | |
Q 1 | |
Q 2 | |
Q 3 | |
R | |
Condition 1 | |
Condition 2 | |
Condition 3 |
Op het werk krijg ik de vraag hoe de komende maanden er uit gaan zien. Ik zou mijn werkgever hier graag informatie over willen geven maar ik weet zelf nog niet hoe het medische proces gaat verlopen. Ik heb een goede relatie met mijn leidinggevende maar ik wil ze ook niet teleurstellen als blijkt dat ik toch minder kan werken tijdens de behandeling.
Notitie: Over het algemeen zal een specialist niet het hele traject tot in detail communiceren, om de patiënt niet onnodig te belasten maar ook omdat vooraf niet bekend is hoe een patiënt op een behandeling reageert en of er in het proces nog nieuwe obstakels op het pad komen.
“In het ziekenhuis gaat alles stapje voor stapje. Ja, maar wat dan als…Dat bekijken we allemaal later wel. Dat vond ik wel lastig want ik kon tegen mijn leidinggevende ook niet zeggen van zo zo en zo gaat het lopen”. (WP1-IP1, p.3).
“Ik heb de eerste keer aan de oncoloog gevraagd: denk je dat ik kan werken als ik chemo krijg? En toen zei ze: ‘Dat mag maar ik heb nog nooit iemand gezien die dat deed.’ En daar was het eigenlijk wel mee klaar” (WP1-IP1).
“Die artsen hebben ook contact gehad en voor de rest moet je erop vertrouwen…. Daar houdt het helemaal op. Voor de rest ben je aan je lot overgelaten. Voor de rest niet. Niks. Dan moet je het zelf uitvinden. We zijn niet op ons mondje gevallen. We zijn niet verlegen. Maar ben je op leeftijd en je staat er alleen voor, bij wijze van spreken, dan ben je aan de goden overgeleverd. Ik heb hier al verschillende keren mensen aan de deur gehad om te vragen hoe ik dat deed. En of ik hen kon helpen. Bij dat soort dingen.” (WP1-IP3, p.11).
“Maar uiteindelijk was het steeds weer een nieuw onderzoek en weer een nieuw onderzoek dus heb ik nog eigenlijk een maand gewerkt, ik heb de hele maand mei eigenlijk nog werkt. En dan uiteindelijk heb ik dan, toen het dan helemaal duidelijk was van hoe en wat, toen heb ik al het werk wel overgedragen” (WP1-IP2, p. 5)