Geen bewerkingssamenvatting |
k (Tekst vervangen - "{{Event KCKT config}}" door "{{Event BB config}}") |
||
(3 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 4: | Regel 4: | ||
Bestemmingen waar de afgelopen jaren weinig data zijn verzameld en weinig is samengewerkt, moeten een inhaalslag maken. In sommige regio’s worden plotseling de hoofden bij elkaar gestoken ten gunste van een goed lobby traject naar Den Haag. Anderen zetten apps in om het aanbod in kaart te brengen en om bezoekersstromen te kunnen managen. Belangrijkste opgave is dat de sector zelf aan het roer blijft zitten, zodat allerlei ad hoc-initiatieven een structureel karakter kunnen krijgen en straks kunnen worden benut voor de reguliere opgaven in het toerisme. | Bestemmingen waar de afgelopen jaren weinig data zijn verzameld en weinig is samengewerkt, moeten een inhaalslag maken. In sommige regio’s worden plotseling de hoofden bij elkaar gestoken ten gunste van een goed lobby traject naar Den Haag. Anderen zetten apps in om het aanbod in kaart te brengen en om bezoekersstromen te kunnen managen. Belangrijkste opgave is dat de sector zelf aan het roer blijft zitten, zodat allerlei ad hoc-initiatieven een structureel karakter kunnen krijgen en straks kunnen worden benut voor de reguliere opgaven in het toerisme. | ||
{{Event | {{Event BB config}} | ||
{{Event | {{Event | ||
|Part of=PR 00150 | |Part of=PR 00150 | ||
Regel 11: | Regel 11: | ||
|Start date=2020/05/28 | |Start date=2020/05/28 | ||
|Imagename=Lege Dam blog Jorrit.jpg | |Imagename=Lege Dam blog Jorrit.jpg | ||
|Summary=Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat we met elkaar spraken over overtourism, impact, balans tussen bezoekers, bewoners en bedrijven. COVID-19 heeft in 1 klap het damplein, de Zaanse schans en Giethoorn ontdaan van haar bezoekers. In plaats van te veel bezoekers, hebben bestemmingen geen tot weinig bezoekers. Spreiden daarentegen is nog steeds nodig om het besmettingsgevaar te minimaliseren en de toeristisch-recreatieve sector stapsgewijs te heropenen. Het managen van bezoekers geldt als taak die momenteel niet zozeer in handen is van de toeristisch-recreatieve sector als wel van veiligheidsregio’s. Desondanks heeft ook deze organisatie behoefte aan betrouwbare, vergelijkbare en regionale data. Deze behoefte legt onze wond, die in Perspectief 2030 al werd benoemd, nogmaals pijnlijk bloot, het gebrek aan data. | |Summary=Jorrit Bijl - | ||
Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat we met elkaar spraken over overtourism, impact, balans tussen bezoekers, bewoners en bedrijven. COVID-19 heeft in 1 klap het damplein, de Zaanse schans en Giethoorn ontdaan van haar bezoekers. In plaats van te veel bezoekers, hebben bestemmingen geen tot weinig bezoekers. Spreiden daarentegen is nog steeds nodig om het besmettingsgevaar te minimaliseren en de toeristisch-recreatieve sector stapsgewijs te heropenen. Het managen van bezoekers geldt als taak die momenteel niet zozeer in handen is van de toeristisch-recreatieve sector als wel van veiligheidsregio’s. Desondanks heeft ook deze organisatie behoefte aan betrouwbare, vergelijkbare en regionale data. Deze behoefte legt onze wond, die in Perspectief 2030 al werd benoemd, nogmaals pijnlijk bloot, het gebrek aan data. | |||
}} | }} |
Huidige versie van 28 feb 2024 om 08:11
De gewenste data is vergelijkbaar met de door LDA geïdentificeerde data thema’s, namelijk inzicht in omvang van bezoekers, hun profiel, gedrag en het aanbod. Alleen zijn er in tijden van COVID-19 een aantal aanvullende vragen. Behalve het aantal eenheden, slaapplaatsen is het voor de veiligheidsregio bijvoorbeeld ook relevant of accommodaties in het bezit zijn van hun eigen sanitaire voorzieningen. Toch blijken data alleen niet voldoende te zijn. Data dienen te worden geduid alvorens het tot bruikbare informatie leidt. Het duiden van deze informatie vraagt om nauwe samenwerking tussen de verschillende partijen verbonden aan de toeristisch-recreatieve sector. In deze samenwerking krijgen de data betekenis, bijvoorbeeld in contacten over openstelling van toeristische activiteiten of over de toepasbaarheid van steunmaatregelen, en wordt de sector dankzij die data als volwaardige gesprekspartner gezien. Bestemmingen waar overheden, sector, DMO’s en kennisinstellingen dus nauw samenwerken, zijn in staat de veiligheidsregio en andere overheden te voeden met relevante informatie en weten gezamenlijk te komen tot vervolgstappen.
In bestemmingen waar dit soort samenwerking ontbreekt, blijft het stil en is de sector overgeleverd aan de beslissingen van derden. De samenwerking, zo merk ik bij collega’s in Zeeland, is intensief en vraagt veel van eerder genoemde partijen. Deze samenwerking is lang niet altijd geformaliseerd en gestructureerd, maar is gebaseerd op jarenlange samenwerking, onderling vertrouwen en respect. Vanuit deze samenwerking pakken verschillende partijen hun rol bij taken als het uitvoeren van onderzoeken, het communiceren naar bezoekers en bewoners, het raadplegen en vertegenwoordigen van ondernemers. Deze taakverdeling kan per regio verschillen maar dat deze taken moeten worden uitgevoerd in samenwerking staat buiten kijf.
Bestemmingen waar de afgelopen jaren weinig data zijn verzameld en weinig is samengewerkt, moeten een inhaalslag maken. In sommige regio’s worden plotseling de hoofden bij elkaar gestoken ten gunste van een goed lobby traject naar Den Haag. Anderen zetten apps in om het aanbod in kaart te brengen en om bezoekersstromen te kunnen managen. Belangrijkste opgave is dat de sector zelf aan het roer blijft zitten, zodat allerlei ad hoc-initiatieven een structureel karakter kunnen krijgen en straks kunnen worden benut voor de reguliere opgaven in het toerisme.