Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 23: Regel 23:
<h3>Bovengronds</h3>
<h3>Bovengronds</h3>
{{#emm_emont:5|2|Wat is de grootte van de bergingsruimte die nog beschikbaar is bij de gemiddelde ontwateringsdiepte?|0mm,20-40mm,40-60mm, gt 60mm|0.1,0.2,0.6,0.8|Bij de maatregelen slootbodemverhoging of het plaatsen van stuwen is het van belang dat er nog voldoende ruimte in de grond is om het waterpeil hoger op te zetten. Als deze ruimte niet beschikbaar hebben deze maatregelen weinig tot geen effect (van Bakel, 2014).}}
{{#emm_emont:5|2|Wat is de grootte van de bergingsruimte die nog beschikbaar is bij de gemiddelde ontwateringsdiepte?|0mm,20-40mm,40-60mm, gt 60mm|0.1,0.2,0.6,0.8|Bij de maatregelen slootbodemverhoging of het plaatsen van stuwen is het van belang dat er nog voldoende ruimte in de grond is om het waterpeil hoger op te zetten. Als deze ruimte niet beschikbaar hebben deze maatregelen weinig tot geen effect (van Bakel, 2014).}}
{{#emm_emont:6|3|Wat is de gemiddelde afstand tussen de sloten rondom de aaneengesloten percelen?|200-800m,100-200m, lt 100m, gt 800m|0.2,0.6,0.8,0.0|De afstand tussen de sloten speelt een rol bij het aanleggen van stuwen en slootbodemverhoging. Hoe kleiner deze afstand is, hoe groter het effect van de maatregelen. Daarnaast geeft een kleinere afstand ook een grotere beheersbaarheid van het peil (Van Bakel, 2014).}}
{{#emm_emont:6|3|Wat is de gemiddelde afstand tussen de sloten rondom de aaneengesloten percelen?|200-800m,100-200m, lt 100m, gt 800m|0.2,0.6,0.8,0.1|De afstand tussen de sloten speelt een rol bij het aanleggen van stuwen en slootbodemverhoging. Hoe kleiner deze afstand is, hoe groter het effect van de maatregelen. Daarnaast geeft een kleinere afstand ook een grotere beheersbaarheid van het peil (Van Bakel, 2014).}}
{{#emm_emont:7|4|Wat is de gemiddelde dikte (in mm) van de waterlaag die nog opgeslagen kan worden in de sloten rondom de aaneengesloten percelen?|0mm,20-40mm,40-60mm, gt 60mm|0.1,0.2,0.6,0.8|De opslagcapaciteit van de sloten rondom het perceel is ook een belangrijke factor voor perceelstuwen en slootbodemverhoging. Er moet nog voldoende ruimte zijn in de sloten om het extra water te kunnen opslaan (van Bakel, 2014).}}
{{#emm_emont:7|4|Wat is de gemiddelde dikte (in mm) van de waterlaag die nog opgeslagen kan worden in de sloten rondom de aaneengesloten percelen?|0mm,20-40mm,40-60mm, gt 60mm|0.1,0.2,0.6,0.8|De opslagcapaciteit van de sloten rondom het perceel is ook een belangrijke factor voor perceelstuwen en slootbodemverhoging. Er moet nog voldoende ruimte zijn in de sloten om het extra water te kunnen opslaan (van Bakel, 2014).}}



Versie van 10 mei 2023 13:26

De kieswijzer bestaat uit 16 vragen. De volgende vraag wordt getoond als u de voorafgaande heeft beantwoord. Naast de vragenlijst ziet u de score van de verschillende maatregelen. Het is van belang dat u alle vragen beantwoordt. U bent klaar met de lijst als er geen nieuwe vraag verschijnt.

Aanvoer

1.Is er zoet water beschikbaar van een verhard oppervlak?

Bovengronds

2.Wat is de grootte van de bergingsruimte die nog beschikbaar is bij de gemiddelde ontwateringsdiepte?
3.Wat is de gemiddelde afstand tussen de sloten rondom de aaneengesloten percelen?
4.Wat is de gemiddelde dikte (in mm) van de waterlaag die nog opgeslagen kan worden in de sloten rondom de aaneengesloten percelen?

Ondergronds/bodemopbouw

Om de volgende vragen te beantwoorden is het van belang een goede kennis te hebben van de bodemopbouw van het perceel of de percelen. Mocht u deze kennis niet bij de hand hebben kunt u de gegevens over de bodemopbouw vinden in het BRO-loket/Dino-loket, deze kaarten bevatten informatie over:
  • Metingen (lokale sondering en boringen)
  • Modelberekeningen op basis van metingen over geologische afzettingen en lithologie (samenstelling van grondlagen)
  • Weergave in lagen (REGIS, tot 500 meter diep) en in volume eenheden (GeoTOP, tot 50 m diep)
Deze kaarten vindt u op deze website. De handleiding voor het gebruik van de website vindt u hier.
5.Komt er tussen 10 en 40m een zandig pakket voor in de ondergrond van meer dan 5m dikte?
6.Ligt de kavel op een kreekrug met een winter grondwaterstand kleiner dan 1m onder het maaiveld?
7.Is er klei of veen aanwezig tussen 20 en 30m van minstens 0,5m dikte?
8.Is er klei- of veenlaag aanwezig tussen 4 en 20m?
8A.Wat is de dikte van deze klei- of veenlaag?
9.Is er klei of veen aanwezig van 1,5-5m?
9A.Wat is de dikte van de klei- of veenlaag?
10.Is er klei of veen aanwezig van 0-1,5m?
11.Is er drainage aanwezig op het perceel?

Ondergronds/grondwater

Om de volgende vragen te beantwoorden is het van belang een goede kennis te hebben van de grondwatersituatie (zoet-zout-verdeling) van het perceel of de percelen. Mocht u deze kennis niet bij de hand hebben kunt u de gegevens over de het zoutgehalte van het grondwater vinden op de FRESHEM-kaart van de Provincie Zeeland. De kaarten vindt u op deze website. De handleiding voor het gebruik van de website vindt u hier.
12.Ligt het gemiddelde zoutgehalte van 6 tot 40m diepte onder het maaiveld tussen de 1000 mg Cl-/L (EC 3,5 ms/cm) en 10.000 mg Cl-/L (EC 30,0 ms/cm)?
13.Wat is de diepte van het zoet-zout grensvlak van 1500 mg Cl- /L (EC 5,0 ms/cm)?
14.Wat is de diepte van het zoet-zout-grensvlak van 10.000 mg/L?
15.Is er sprake van kwel op de aaneengesloten kavels?

Ontzilting

16.Is de afstand tot zout oppervlaktewater groter dan 2 km?
16A.Is er een toestroom van brak water van ten minste 20 m³ per uur?
16B.Kan het ontzilte water bovengronds worden opgeslagen?

Einde Kieswijzer

KansrijkheidAfdrukken