Perceelstuwen

Het is mogelijk om water in de winterperiode bij een neerslagoverschot op te slaan in sloten langs het perceel in haarvaten van het watersysteem (Hoogvliet et al. 2014). Als gevolg hiervan stijgt het waterpeil in het oppervlaktewater, en daarmee het grondwaterpeil in de aanliggende percelen (Van Bakel et al. 2014). Door de peilopzet wordt ook de drainagebasis verhoogd en wordt een extra (zoet)waterberging gerealiseerd. Met behulp van een verstelbare stuw, wordt er dynamisch peilbeheer gevoerd. Dit geeft de gelegenheid om de situatie aan te passen in te natte en te droge situaties. In droge situaties kan de grondwaterstand in de percelen hoger worden gezet wat ervoor zorgt dat het gewas meer water beschikbaar heeft en er minder beregend moet worden (Deltaplan Agrarisch Waterbeheer). Daarnaast kan het peil in natte periodes worden verlaagd om natschade te voorkomen.

Aandachtspunten

  1. Bij het gebruik van stuwen is het van belang om te kijken of andere partijen gevolgen ondervinden van het plaatsen van de stuwen.
  2. Het kan interessant zijn om te kijken naar het samenwerken met andere agrariërs in het gebied zodat het effect op ontwateringsdiepte groter is (gesprekken met adviseurs).

Kosten & wateropbrengst

De kosten worden op basis van de literatuur geschat op €1000-5000 per stuw (Kaandorp et al. 2021). De jaarlijkse kosten voor onderhoud van een stuw komen op €50 per stuw per jaar.  Daarnaast kan op basis van literatuur een schatting worden gemaakt van de hoeveelheid water die op deze manier kan worden opgeslagen, dit ligt rond de 200 m3/ha (Kaandorp et al. 2021)

Wet en regelgeving

Individuele plaatsing van een stuw

Bij een eigen stuw is de agrariër zelf verantwoordelijk voor het peilbeheer. Een agrariër mag een stuw aanleggen in een secundaire of tertiaire watergang, wanneer dit op geen enkele wijze invloed heeft op het watersysteem en wanneer de grondgebruikers bovenstrooms akkoord gaan met het plaatsen van de stuw (in verband met het voorkomen van wateroverlast).

Voor het plaatsen van een stuw moet eerst contact worden opgenomen met de opzichter waterbeheer, hierna kan de watervergunning voor de stuw worden aangevraagd. Voor de verlening wordt eerst een watertoets gedaan door een geohydroloog om de invloed van de stuw op het waterpeil en de grondwaterstand te berekenen. Op één watervergunning kunnen meerdere stuwen (max. 5) worden aangevraagd, mits de agrariër deze stuwen zelf beheert en bedient. Bij de vergunningaanvraag moet een vrijwaringsclausule worden gevoegd, dit bewijst dat de grondgebruikers achter de stuw akkoord zijn met het plaatsen van de stuw. Specifieke eisen aan de inrichting en bediening van de stuw zijn gepubliceerd op de website van het waterschap (Waterschap Scheldestromen).

Collectieve plaatsing van een stuw

Wanneer een collectief van agrariërs een afsluiting of omleiding met een stuw wil realiseren, dan wordt dit normaal gesproken als maatregelen in de Planvorming Wateropgave (PWO) opgenomen (dit is een meerjarig proces van het waterschap om het watersysteem als geheel te bekijken en knelpunten aan te pakken). Tussentijds kan wel een aanvraag gedaan worden om af te wijken van de bestaande inrichting van het watersysteem. Hierbij moet wederom duidelijk zijn dat het op geen enkele wijze invloed heeft op het watersysteem en moeten onderlinge afspraken gemaakt worden tussen de groep agrariërs (Waterschap Scheldestromen) en (Water onttrekken).























Referenties