Overzicht[bewerken | brontekst bewerken]

Veel werknemers houden ook na de behandeling nog last van klachten of worden er soms na jaren alsnog mee geconfronteerd. Het is niet altijd duidelijk waar de klachten precies vandaan komen en hoelang ze zullen duren. Omdat mensen uit je omgeving ervan uitgaan dat je genezen en volledig hersteld bent, is het moeilijk om deze klachten bespreekbaar te maken.

Handelingsopties[bewerken | brontekst bewerken]

Rekening houden met blijvende beperkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Niet iedereen wordt na de behandeling weer helemaal de oude.

Werknemer: "Ik ben wat chaotischer, vergeetachtiger, dat heb ik er denk ik wel aan over gehouden."

Werknemer: "Ik ben altijd een bezig baasje geweest en in één keer kan dat niet meer. Dat is wel confronterend."

Vermoeidheid en concentratieproblemen kunnen je functioneren langdurig beïnvloeden.

Werknemer: "Echt de focus ergens naartoe brengen lukt bijna niet meer. Zo rond de middag is het kantelpunt. 's Morgens zit ik nog vrij goed in mijn energie, maar 's middags is het kantelpunt, dan ga ik geeuwen. Ik heb ook nog steeds een rustmoment vlak na de lunch en ook eind van de middag pak ik nog een rustmoment. Gewoon omdat je merkt ik trek het niet."

Werknemer: "Met name bij dat multitasken zit een groot probleem. Want de meeste mensen begrijpen daar niks van. Ik kon vroeger ook alles tegelijk. Dan was ik aan het werk, zaten mensen tegen me te praten en dan gaf ik gewoon antwoord, maar dat gaat gewoon niet meer. Zeker als je werkt is dat waardeloos."

Op zoek naar een verklaring[bewerken | brontekst bewerken]

Sommige klachten komen pas maanden of zelfs jaren na de behandeling. Vanzelfsprekend wil je weten of dit in verband staat met je behandeltraject.

Werknemer: "Mijn tintelingen begonnen toen ik twee maanden klaar was met alles. Heb me suf gezocht op internet maar kon het nergens vinden. Ik heb dat toen ook in die groep gegooid en daar waren er meer en ik heb het later aan de verpleegkundig specialist gevraagd en die zei dat het wel kon."

Niet voor alle klachten kan een verklaring worden gevonden.

Werknemer: "Ik heb geen chemo gehad, maar wel heel erg last van tintelingen gekregen. Maar ook daarover niks kunnen vinden. Ik heb het bij de huisarts gelegd en op een gegeven moment doorgestuurd naar de specialist maar ook die kan niets vinden. Hele rare klachten kunnen er zijn waar je zelf ook niks mee kunt. De tijd heeft er wonderen in gedaan. Nu is het gelukkig over, geen last meer van. Als je terug gaat kijken zijn het hele atypische klachten."

Het kan een geruststelling zijn te bemerken dat anderen vergelijkbare klachten hebben.

Werknemer: "Pas was ik gewoon blij toen iemand vertelde dat hij zoveel klachten had. Toen dacht ik ik sta er niet alleen voor. Ik ben niet de enige."

Omgaan met onbegrip[bewerken | brontekst bewerken]

Reacties vanuit je omgeving kunnen je ervan weerhouden om je klachten met anderen te bespreken, terwijl je daar wel behoefte aan hebt.

Werknemer: "Kijk ik zit nu in de overgang door chemo. Ik ben 38 en kan geen kinderen meer krijgen, dat is nu duidelijk. Je zit in een ander traject. Ik merk ook weleens dat mensen denken daar komt ze weer met haar kankerverhaal."

Werknemer: "Ik heb ook weleens het idee dat mensen denken ja ik weet het nu wel, je hebt kanker gehad. Mijn coach heeft dat ook weleens letterlijk gezegd, van ja dat is geweest."

Je klachten wel of niet bespreekbaar maken kan een waar dilemma zijn op het moment dat je weer volledig aan het werk bent en je omgeving ervan uitgaat dat je volledig bent hersteld.

Werknemer: "Het houdt niet op bij afsluiting van het re-integratieproces. Op een gegeven moment ben je weer volledig aan het werk, maar kun je nog tegen dingen aanlopen. Ik vind dat je daar keuzes in moet maken. Moet je dat melden? Denkt iedereen 'Nou Peter is beter'? Maar je loopt wel tegen dingen aan. Peter is beter. Afgestreept volgende, maar dat werkt zo niet. Sommige gevolgen krijg je pas later. Ik had nooit neuropathie, totdat ik 4 maanden klaar was met de chemo. Toen had ik ineens tintelingen. Ik dacht krijg nou wat. Ook nu ik alweer een jaar mijn uren draai. Er zijn echt dingen waar ik tegenaan loop waarvan ik niet zo goed weet of ik dat bespreekbaar moet maken, of maar ploeterend door moet gaan."

Adviezen[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de werkgever[bewerken | brontekst bewerken]

Zodra het re-integratietraject is afgerond en de Wet verbetering Poortwachter niet meer van kracht is ontbreekt het aan een kader om met elkaar in gesprek te blijven over de gevolgen van kanker. Een werkgever kan hiervoor nieuwe ruimte creëren.

HR-adviseur: "Op het moment dat iemand ziek is en er duidelijk een stip op de horizon staat van wat wil je in het traject of de twee jaar poortwachter dan komt daar een grens, maar op het moment dat die grens weg is dan heb je toch wel nieuwe piketpaaltjes nodig."

HR-adviseur: "Mensen die langdurig ziek zijn geweest moet je sowieso in de gaten houden. Ik denk dat de gevolgen voor iemand die kanker heeft gehad, dat het toch wel voor de rest van je leven zal blijven. Denk dat het wel goed is om vanuit een leidinggevende het in de gaten te houden. Iemand kan het graag achter zich willen laten kan ik me voorstellen, maar het is er wel. Dat ook de medewerker zelf de ruimte voelt van dit is hoe ik me voel. Het gaat erom dat ze weten dat ze hun gevoelens mogen delen. Voel je bijvoorbeeld de veiligheid om te vertellen dat het thuis niet goed gaat, dat je schulden hebt etc."

Overwegingen[bewerken | brontekst bewerken]

Van "ziek" naar "beter"[bewerken | brontekst bewerken]

In de praktijk is er geen harde overgang van "ziek" naar "beter". Klachten die zich tijdens de re-integratie voordoen zijn niet (meteen) verdwenen zodra het werk is hervat.

Werknemer: "In dat re-integratietraject liep ik best wel tegen dingen aan en ik loop daar soms nog tegen dingen aan. Concentratie kunnen behouden heb ik soms nog wat last mee en als ik moe word haal ik soms woorden door elkaar. Dat soort dingen. Auto rijden, als ik lange stukken moet rijden, het is puur focus en concentratie waar ik af en toe moeite mee ervaar. Er zijn soms dagen, dan heb ik een extra rustmomentje nodig overdag en dat is een beetje zoals het tot nu toe loopt."

Belastbaarheid versus functioneren[bewerken | brontekst bewerken]

Zodra een werknemer formeel weer beter is, is er nauwelijks nog aandacht voor de belastbaarheid. Het gevaar bestaat dat de blijvende klachten vervolgens worden bezien en beoordeeld vanuit een functioneringstraject.

HR-adviseur: "Als je gere-integreerd bent zonder uitkering, dat vraagt toch het continue afstemmen wanneer je tegen een belemmering aanloopt. En ik denk dat dat voor werkgevers wel belangrijk is om te kijken van nou heb je het hier weer over een stuk belastbaarheid over een persoon of heb je het hier ook over een stuk functioneren? Want het zou misschien al te gemakkelijk zijn om het vanuit het functioneringstraject  aan te vliegen terwijl je eigenlijk eens zou moeten aankloppen bij die bedrijfsarts van wil je weer eens opnieuw kijken hoe de situatie is? En zij zijn er eigenlijk nooit fan van om dingen te gaan medicaliseren maar als je zo op die proces kant zit dan verlies je dat misschien uit het oog. Wanneer toch weer de medische kant verandert zonder ziekmelding omdat die gere-integreerde medewerker eigenlijk dolblij is dat ie eigenlijk aan het werk is. En daar ook weer een stuk terughoudendheid is om weer in zo'n ziektetraject terug te vallen want dat is waar medewerkers denk ik sowieso al veel last ervaren. Vanuit de eerste keer dat ze in zo'n ziektetraject van kanker kwamen, daar willen ze eigenlijk niet meer naar terug."