STARR methode

Een deelnemer analyseert zijn prestaties en ontwikkeling met behulp van de STARR zelf-assessment methode. STARR reflecties bieden een effectieve manier van zicht krijgen in het eigen handelen,  kwaliteiten en ontwikkeling.

De methode begint met het grondig beschrijven en analyseren van acties en vaardigheden in een relevante beroepssituatie. Daarna wordt gereflecteerd op de het handelen en worden mogelijkheden geïdentificeerd om te verbeteren of een nog hoger niveau te bereiken m.b.t de leeruitkomsten. De analyse en reflectie zijn een logische conclusie passend bij het toegevoegde bewijsmateriaal. 

Martin Reekers licht in deze handleiding op een heldere manier de STARR(T) methode toe, inclusief een uitgewerkt voorbeeld.

STARR, het zelf-assessment en ervaringen

Zowel voor de beschreven ervaringen als voor de zelf-assessments wordt gebruik gemaakt van de STARR methode.

Zelf-assessment

De deelnemer doet gedurende de cursus 3x een zelf-assessment, aan het begin, als voorbereiding op het laatste individuele gesprek en voor het eindassessment. Deze zelf-assessments worden opgenomen in het portfolio. Het format voor de zelf-assessments is opgebouwd aan de hand van de STARR methode, de verschillende onderdelen komen dus expliciet hierin terug. Naast het format worden ook concrete bewijsstukken toegevoegd die de leeruitkomst kunnen onderbouwen.

Voor ieder zelf-assessment wordt voor iedere leeruitkomst apart een format ingevuld. Tevens wordt het totaal formulier ingevuld om per zelf-assessment moment in één oogopslag te zien waar de deelnemer staat.

Ervaringen

Gedurende de cursus beschrijft de deelnemer ook verschillende ervaringen. Deze onderbouwen de ontwikkeling en het eindniveau. Bij de ervaringen hoeft de STARR methode minder strak toegepast te worden. Het is niet verplicht om ieder element expliciet te benoemen. Wel wordt een beschreven ervaring kwalitatief beter wanneer de STARR elementen (impliciet of expliciet) erin terug komen.

STARR nader toegelicht

Starr.jpg

Situatie

Geef allereerst concrete en objectieve informatie over (de start van) de situatie waarin leeractiviteiten plaatsvonden en ervaring is opgedaan.

De situatie wordt geïntroduceerd (een beroepsrelevante situatie), de achtergrond of oorzaak van de situatie, de betrokken personen/partijen, locatie, moment etc. worden beschreven.

Taak

De uitgevoerde taken, de rol die de deelnemer had en de toepaste/ontwikkelde kwaliteiten worden beschreven. Ook wordt beschreven wat de deelnemer wilde leren en bereiken, inclusief een leeruitkomst of leerdoel. Mogelijk kan ook beschreven worden wat er van de deelnemer werd verwacht (door de deelnemer zelf of door anderen).

Actie(s)

De deelnemer beschrijft hoe hij heeft bijgedragen aan de situatie. De ingezette acties, beslissingen en keuzes die daaraan vooraf gingen en de obstakels die werden tegengekomen worden beschreven. Hoe is gehandeld (wat is gedaan, gehoord, gedacht of gevoeld). Hoe reageerden anderen daarop (wat hebben zij gezegd, gedacht of gevoeld). Wat was de reactie van de deelnemer daarop, etc. Relevant bewijs wordt toegevoegd.

Resultaat en effect

De belangrijkste resultaten door de bijdrage van de deelnemer worden beschreven (het best, meest verrassend, belangrijkste aanpassing die is gedaan, etc.). Welk effect hadden de activiteiten, of wat voor verandering vond plaats door de acties van de deelnemer? Wat is met het resultaat gedaan? Hoe was dit van meerwaarde? Hoe reageerden anderen op de resultaten? Waren dit de gehoopte resultaten?

Beschreven wordt welke vaardigheden door de situatie zijn ontwikkeld (ook in relatie tot de leeruitkomsten en/of leerdoelen). Opnieuw wordt verwijzen naar relevant bewijs.

Reflectie en  vervolgstappen om vaardigheden te ontwikkelen

Tot slot worden de acties en vaardigheden die zijn ingezet in de situatie geanalyseerd. Wat waren inzichten, eye-openers, geleerde lessen met betrekking tot de leerdoelen/leeruitkomsten in deze situatie? De essentie wordt beschreven van wat geleerd is in de situatie en in welke mate het leerdoel/de leeruitkomst bereikt is. Beschreven wordt hoe het bereiken van deze doelen is gemeten of bepaald. Tevens wordt beschreven wat er een volgende keer mogelijk anders gedaan zou worden (en waarom), en wat er moet gebeuren om verder te ontwikkelen. Welke stap of welke aanpassing is nodig om het doel te bereiken en waarom?

Ook kan gereflecteerd worden op de vraag: “ Wie wil jij zijn als Facilitator of change?”. Wat voor rol kan toegepast worden?

Opmerkingen:

·       vermijd bij het reflecteren een analyse waarbij alleen naar goed of fout wordt gekeken. Het gaat om de ontwikkeling en het bewijs daarvan, niet om een goed of fout resultaat.

·       Zoals in het document van Martin Reekers ook te zien is wordt er soms ook een T toegevoegd aan de STARR beschrijving. Dit is de T van transfer om aan te geven welk elementen ook elders toegepast kunnen worden en/of welke patronen in het eigen handelen worden gezien. Deze T is geen verplicht onderdeel van de STARR analyse maar kan, ook als onderdeel van de reflectie, wel van meerwaarde zijn om te komen tot een nog completer beeld van de ontwikkeling. 

Bronnen

Referenties

Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door: Competenties en assessment, Portfolio