LC 00727: verschil tussen versies

(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Op deze pagina beschrijf je - als in een logboek - hoe de <u>{{Internal link|link=LC 00234|name=drie fasen van systeemdenken|dialog=process-linkpage-dialog}}</u> ve...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(11 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Op deze pagina beschrijf je - als in een logboek - hoe de <u>{{Internal link|link=LC 00234|name=drie fasen van systeemdenken|dialog=process-linkpage-dialog}}</u> verliepen en hoe je dat hebt aangepakt. Schrijf over hoe de gesprekken met en tussen de betrokkenen gingen. Hoe verliepen de momenten waarop betrokkenen met elkaar naar breed gedragen verbeteringen gingen zoeken en deze gingen uitvoeren? Wat was jouw rol daarin? Met andere woorden, wat waren Succesfactoren en ''Good practices'' en wat zijn de ''Lessons learned''?
Voor de pilot is gebruik gemaakt van de nieuw ontwikkelde mobiele applicatie voor toeristische informatie ('Zeeland-app'). De 'Zeeland-app' is vervolgens uitgebreid met context-technologie, zodat locatie- en sensordata verzameld kan worden voor een inzicht in de afgelegde trajecten, gebruikte transportmiddelen en de reden van verplaatsing. De locatie- en sensordata is verzameld in de periode van 8 mei t/m 1 november 2017.
 
De subdoelen van de pilot zijn te beschrijven als het inzicht verkrijgen in:
# de toeristische mobiliteitsstromen door heel Zeeland op basis van de smartphone-sensor gegevens;
# het gebruik van verschillende soorten transportmiddelen (binnen de Zeeuwse gemeenten en tussen de Zeeuwse gemeenten);
# het aantal app-gebruikers en hun mobiliteitspatronen;
# de mobiliteitsprofielen (gebruikersclusters) van 'interne gebruikers' en Zeeuwse dag- en verblijfstoeristen;
# de potentiële prikkels die kunnen worden gebruikt om het mobiliteitsgedrag van de app-gebruikers te beïnvloeden.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


N.B. Deze pagina mag je naar eigen inzicht en voorkeur (anders) indelen, wijzigen en opmaken. Tips voor het bewerken van deze pagina staan in de <u>{{Internal link|link=Portfoliohandleiding|name=handleiding|dialog=process-linkpage-dialog}}</u>.




===  Reflectie op het proces: Succesfactoren, Good practices en Lessons learned ===




==== Fase 1: De uitdagende situatie begrijpen ====
Beschrijf hoe de interviews gingen en hoe de <u>{{Internal link|link=LC 00235|name=betrokkenen aan de hand van het rijke plaatje met elkaar in gesprek gingen|dialog=process-linkpage-dialog}}</u> om inzicht te krijgen in de situatie. Hoe verliep dat proces?




==== Fase 2: Betrokkenen zoeken samen naar wenselijke verbeteringen ====
Hoe verliep het proces waarin de betrokkenen opzoek gingen naar (mogelijke) verbeteringen voor hun situatie?  Welke keuzes zijn er gemaakt, en waarom?




==== Fase 3: Aan de slag! Samen verbeteringen voor de situatie uitvoeren ====
Beschrijf hoe de uitvoering van de oplossingen, interventies etc. verliep.
{{Light Context
{{Light Context
|Supercontext=PR SSM 00124
|Supercontext=PR SSM 00124
Regel 23: Regel 33:
|Sequence number=1
|Sequence number=1
|Context type=Situation
|Context type=Situation
|Heading=Data sciences vervoersstromen Zeeland - aanpak
|Heading=Pilot - aanpak
|Summary=Voor de pilot is gebruik gemaakt van de nieuw ontwikkelde mobiele applicatie voor toeristische informatie ('Zeeland-app').
|Show referred by=Nee
|Show referred by=Nee
}}
}}

Huidige versie van 8 feb 2019 om 15:56

Voor de pilot is gebruik gemaakt van de nieuw ontwikkelde mobiele applicatie voor toeristische informatie ('Zeeland-app'). De 'Zeeland-app' is vervolgens uitgebreid met context-technologie, zodat locatie- en sensordata verzameld kan worden voor een inzicht in de afgelegde trajecten, gebruikte transportmiddelen en de reden van verplaatsing. De locatie- en sensordata is verzameld in de periode van 8 mei t/m 1 november 2017.

De subdoelen van de pilot zijn te beschrijven als het inzicht verkrijgen in:

  1. de toeristische mobiliteitsstromen door heel Zeeland op basis van de smartphone-sensor gegevens;
  2. het gebruik van verschillende soorten transportmiddelen (binnen de Zeeuwse gemeenten en tussen de Zeeuwse gemeenten);
  3. het aantal app-gebruikers en hun mobiliteitspatronen;
  4. de mobiliteitsprofielen (gebruikersclusters) van 'interne gebruikers' en Zeeuwse dag- en verblijfstoeristen;
  5. de potentiële prikkels die kunnen worden gebruikt om het mobiliteitsgedrag van de app-gebruikers te beïnvloeden.