PR 00329: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
=== Inleiding ===
=== Inleiding ===
De vraag naar zeewier als versproduct en als ingrediënt voor allerlei toepassingen groeit wereldwijd. In toenemende mate zijn zeewierkwekers actief in de Zuidwestelijke Delta. Op verschillende locaties (5-10 ha) in Zeeland worden met name winterwieren (vooral het bruinwier ''Saccharina latissima'') gekweekt. Daarbij wordt het uitgangsmateriaal in oktober als kleine stekjes aan lijnen aan drijvende constructies uitgehangen en eind april – half mei (dus na 8 maanden) geoogst. Het wier maakt zo nog net de groeispurt in het voorjaar, maar heeft geen last van biofilmvorming dat vaak vanaf begin zomer plaatsvindt. In Zeeland zijn drie bedrijven actief met zeewierkweek:  {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00886|name=Zeewaar|dialog=process-linkwebsite-dialog}}, {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00887|name=Stichting Zeeschelp|dialog=process-linkwebsite-dialog}} en Veersche Wier.
De vraag naar zeewier als versproduct en als ingrediënt voor allerlei toepassingen groeit wereldwijd. In toenemende mate zijn zeewierkwekers actief in de Zuidwestelijke Delta. Op verschillende locaties (5-10 ha) in Zeeland worden met name winterwieren (vooral het bruinwier ''Saccharina latissima'') gekweekt. Daarbij wordt het uitgangsmateriaal in oktober als kleine stekjes aan lijnen aan drijvende constructies uitgehangen en eind april – half mei (dus na 8 maanden) geoogst. Het wier maakt zo nog net de groeispurt in het voorjaar, maar heeft geen last van biofilmvorming dat vaak vanaf begin zomer plaatsvindt. In Zeeland zijn drie bedrijven actief met zeewierkweek:  {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00886|name=Zeewaar|dialog=process-linkwebsite-dialog}}, {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00887|name=Stichting Zeeschelp|dialog=process-linkwebsite-dialog}} en Veersche Wier.
Zeewierkwekers zijn op zoek naar nieuwe locaties voor uitbreiding van hun productie. Het Living Lab Schouwen Duiveland (een netwerkorganisatie van overheden, bedrijven en kennisinstellingen) is benaderd om de mogelijkheden voor nieuwe productielocaties in de Zuidwestelijke Delta te onderzoeken. HZ University of Applied Sciences i.s.m. Provincie Zeeland heeft in een aantal studies een analyse daarvoor uitgevoerd. Uitkomst van deze studies was dat er nauwelijks nieuwe beschikbare ruimte in Oosterschelde en Grevelingen is voor zeewierkweek als enige bestemming op een locatie. De meeste mogelijkheden lijken te liggen in het medegebruik van locaties, met name die al een bestemming voor aquacultuur hebben. Geanalyseerd is vervolgens welke vormen van aquacultuur een reële optie voor medegebruik met zeewier kunnen hebben. Bestaande bodemcultuur plots voor oesters en mosselen en mosselzaadinvanginstallaties zijn daarvoor om verschillende redenen minder geschikt. De meeste kansen voor zeewierteelt zijn er in het medegebruik van mossel hangcultuurlocaties.
In de Zuidwestelijke Delta, met name in de Oosterschelde hebben verschillende bedrijven een vergunning voor kweek van mosselen aan drijvende constructies en lijnen (hangcultuur). In totaal gaat het om 167 ha. Daarnaast zijn er nog ontheffingen verleend in Grevelingen (10 ha) en Veerse Meer voor initiatieven met hangcultuur kweek van mosselen. De productietijd is over het algemeen 20 maanden: mosselzaad van 1 cm wordt in september/ oktober ingesokt en opgehangen op de locatie en vanaf half mei tot eind juni geoogst en op de markt gebracht. Ervaring van mosselhangcultuurkwekers is dat op een locatie de hoeveelheid voedsel (microalgen) in veel gevallen de beperkende factor voor mosselproductie is. Het motto is dan ook: ‘Minder is meer’. Reductie van standing stock op een productie locatie geeft een betere productie (meer vlees en hogere opbrengst) van mosselen op. In de praktijk wordt een vuistregel gehanteerd om tenminste 30% van de beschikbare ruimte op een locatie vrij te laten van mosselen. Dat zou betekenen dat er in potentie op hangcultuurlocaties, ±55 ha beschikbaar is voor zeewierteelt.
Er zijn nog weinig praktijkvoorbeelden van het combineren van hangcultuurmossel kweek met zeewierkweek. Voordat tot een uitrol van het concept meervoudig gebruik gekomen kan worden, zijn er verschillende kennisvragen waarover meer inzicht moet komen.


{{Project config}}
{{Project config}}

Versie van 10 feb 2021 17:07

Inleiding

De vraag naar zeewier als versproduct en als ingrediënt voor allerlei toepassingen groeit wereldwijd. In toenemende mate zijn zeewierkwekers actief in de Zuidwestelijke Delta. Op verschillende locaties (5-10 ha) in Zeeland worden met name winterwieren (vooral het bruinwier Saccharina latissima) gekweekt. Daarbij wordt het uitgangsmateriaal in oktober als kleine stekjes aan lijnen aan drijvende constructies uitgehangen en eind april – half mei (dus na 8 maanden) geoogst. Het wier maakt zo nog net de groeispurt in het voorjaar, maar heeft geen last van biofilmvorming dat vaak vanaf begin zomer plaatsvindt. In Zeeland zijn drie bedrijven actief met zeewierkweek:  Zeewaar, Stichting Zeeschelp en Veersche Wier.

Zeewierkwekers zijn op zoek naar nieuwe locaties voor uitbreiding van hun productie. Het Living Lab Schouwen Duiveland (een netwerkorganisatie van overheden, bedrijven en kennisinstellingen) is benaderd om de mogelijkheden voor nieuwe productielocaties in de Zuidwestelijke Delta te onderzoeken. HZ University of Applied Sciences i.s.m. Provincie Zeeland heeft in een aantal studies een analyse daarvoor uitgevoerd. Uitkomst van deze studies was dat er nauwelijks nieuwe beschikbare ruimte in Oosterschelde en Grevelingen is voor zeewierkweek als enige bestemming op een locatie. De meeste mogelijkheden lijken te liggen in het medegebruik van locaties, met name die al een bestemming voor aquacultuur hebben. Geanalyseerd is vervolgens welke vormen van aquacultuur een reële optie voor medegebruik met zeewier kunnen hebben. Bestaande bodemcultuur plots voor oesters en mosselen en mosselzaadinvanginstallaties zijn daarvoor om verschillende redenen minder geschikt. De meeste kansen voor zeewierteelt zijn er in het medegebruik van mossel hangcultuurlocaties.

In de Zuidwestelijke Delta, met name in de Oosterschelde hebben verschillende bedrijven een vergunning voor kweek van mosselen aan drijvende constructies en lijnen (hangcultuur). In totaal gaat het om 167 ha. Daarnaast zijn er nog ontheffingen verleend in Grevelingen (10 ha) en Veerse Meer voor initiatieven met hangcultuur kweek van mosselen. De productietijd is over het algemeen 20 maanden: mosselzaad van 1 cm wordt in september/ oktober ingesokt en opgehangen op de locatie en vanaf half mei tot eind juni geoogst en op de markt gebracht. Ervaring van mosselhangcultuurkwekers is dat op een locatie de hoeveelheid voedsel (microalgen) in veel gevallen de beperkende factor voor mosselproductie is. Het motto is dan ook: ‘Minder is meer’. Reductie van standing stock op een productie locatie geeft een betere productie (meer vlees en hogere opbrengst) van mosselen op. In de praktijk wordt een vuistregel gehanteerd om tenminste 30% van de beschikbare ruimte op een locatie vrij te laten van mosselen. Dat zou betekenen dat er in potentie op hangcultuurlocaties, ±55 ha beschikbaar is voor zeewierteelt.

Er zijn nog weinig praktijkvoorbeelden van het combineren van hangcultuurmossel kweek met zeewierkweek. Voordat tot een uitrol van het concept meervoudig gebruik gekomen kan worden, zijn er verschillende kennisvragen waarover meer inzicht moet komen.




























Project Zeemos onderzoekt de mogelijkheden om zeewierteelt te combineren met mosselhangcultuur.

Startdatum
september 1, 2020
Einddatum
september 1, 2023





Referenties


Onderwerpen

Subprojecten

ProjectStartdatumEinddatumSamenvatting
Zeemos student projects1 september 20201 september 2023Here an overview is listed which assignments student can execute within the Zeemos project