PR 00326: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 9: | Regel 9: | ||
De onderzoeksgroep Aquaculture in Delta Areas is penvoerder van dit project en werkt samen 8 Zeeuwse Oesterkweekbedrijven, Nederlandse Oester Vereniging, Machinefabriek Bakker BV en Wageningen Marine Research. | De onderzoeksgroep Aquaculture in Delta Areas is penvoerder van dit project en werkt samen 8 Zeeuwse Oesterkweekbedrijven, Nederlandse Oester Vereniging, Machinefabriek Bakker BV en Wageningen Marine Research. | ||
Dit project wordt mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning door het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. | Dit project wordt mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning door het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. | ||
{{Project config}} | {{Project config}} | ||
{{Project | {{Project | ||
Regel 16: | Regel 15: | ||
|Start date=2020/03/15 | |Start date=2020/03/15 | ||
|End date=2023/03/15 | |End date=2023/03/15 | ||
|Summary=De Zeeuwse oestersector kampt sinds enkele jaren met sterk teruglopende productie van oesters als gevolg van variabele broedval, sterfte in oesterbroed (<1 jaar) ten gevolge van predatie door oesterboorders en het oesterherpes virus. In het RAAK MKB project “Verbeteren invang en ontwikkeling oesterbroed” | |Summary=De Zeeuwse oestersector kampt sinds enkele jaren met sterk teruglopende productie van oesters als gevolg van variabele broedval, sterfte in oesterbroed (<1 jaar) ten gevolge van predatie door oesterboorders en het oesterherpes virus. In het RAAK MKB project “Verbeteren invang en ontwikkeling oesterbroed” heeft het consortium als doel om te komen tot handvaten en methoden die broedinvang en overleving in het eerste jaar verbeteren | ||
|Show summary=Nee | |Show summary=Nee | ||
|Contact person=CNTR 00111 | |||
|Stakeholder=STKH 00069 | |Stakeholder=STKH 00069 | ||
|Show extra=Nee | |Show extra=Nee |
Versie van 2 jul 2020 14:29
Het project heeft tot doel om samen met oesterkwekers methoden te ontwikkelen die een hogere invangefficiëntie van oesterbroed opleveren en een betere overleving in het daarop volgende jaar. Daartoe worden verschillende manieren voor broedinvang onderzocht vergeleken: op verschillende locaties, posities en tijdstippen in de kweekgebieden van de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. De timing van invang is essentieel voor succes. Om de juiste timing te bepalen worden de concentraties oesterlarven in de waterkolom gemonitord. Op verschillende locaties worden invangexperimenten gepland om zo de relatie tussen de factoren timing, perceellocatie, positie en invangefficiëntie te onderzoeken. Het oesterbroed dat is ingevangen op de verschillende locaties met verschillende methoden wordt vervolgens op verschillende tijdstippen overgebracht naar bodemkweekpercelen en gecontroleerd opgevolgd om overlevingskansen gedurende de gevoeligste periode van het eerste levensjaar in kaart te brengen.
Oesterkwekers
Het project is opgezet vanuit kennisvragen vanuit de oestersector. Hierdoor is er een nauwe samenwerking met de oestersector en zijn ze betrokken, in het meedenken en uitvoeren, bij de opzet van de onderzoeksexperimenten. De experimenten worden vervolgens opgevolgd en verwerkt door studenten en docentonderzoekers en vertaald naar onderzoeksrapporten en andere rapportages.
Project
De onderzoeksgroep Aquaculture in Delta Areas is penvoerder van dit project en werkt samen 8 Zeeuwse Oesterkweekbedrijven, Nederlandse Oester Vereniging, Machinefabriek Bakker BV en Wageningen Marine Research. Dit project wordt mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning door het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.