Freshmaker

Figuur 1 Werking van de freshmaker in Zeeland (Zuurbier et al. 2019).

De Freshmaker kan worden gezien als een andere vorm van kreekruginfiltratie (Dooren et al. 2022). De Freshmaker is een techniek die geschikt is voor zandgronden of zandige lagen in een zout gebied. Hier wordt water geïnfiltreerd in een kreekrug gedurende natte periodes via een horizontale put op enkele meters diepte (Dooren et al. 2022) (Kaandorp et al. 2021).  Wanneer er dan een droge periode komt kan dit water weer worden opgepompt via dezelfde put. Daarnaast wordt er ook zout water onttrokken via een tweede horizontale put om de verzilting tegen te gaan (Dooren et al. 2022) (Kaandorp et al. 2021). Dit vergroot daarnaast ook nog de opslag voor het zoete water.

Aandachtspunten

  1. Om te voorkomen dat het geïnfiltreerde water wegstroomt, mag de stroomsnelheid van het grondwater niet te hoog zijn.
  2. Als er sprake is van een grote zoetwaterlens, kan het zijn dat het niet mogelijk is om het brakke of zoute water onder de lens weg te halen.
  3. Er moet voldoende water beschikbaar zijn om te infiltreren.
  4. Er kan een effect zijn op de omgeving (bijvoorbeeld effecten op grondwaterkwaliteit), dit moet worden meegenomen bij het nemen van een besluit (Dooren et al. 2022).
  5. Er is een verstoppingsrisico, dit wordt na verloop van tijd groter, daarom is onderhoud van groot belang (Dooren et al. 2022).

Kosten & Wateropbrengst

De kosten worden op basis van de literatuur geschat op €0.50 – 0.74 per m3 (Kaandorp et al. 2022). Daarnaast kan uit literatuur een schatting worden gemaakt van de hoeveelheid water die op deze manier kan worden opgeslagen, dit ligt rond de 2000 m3/ha. Dit betekent dat de zoetwaterlens kan groeien met 10 meter (Kaandorp et al. 2022).

Wet en regelgeving

Actieve infiltratie

Voor het infiltreren van water is het waterschap bevoegd gezag en is een vergunning vereist. Bij het beoordelen van deze vergunning is er een eenvoudige beoordeling en een standaardbeoordeling. De eenvoudige beoordeling wordt alleen in specifieke situaties toegepast waarbij het water als ‘schoon’ wordt verondersteld, de hoeveelheid water beperkt is en de locatie niet kwetsbaar is (Zuurbier et al. 2015) (Waterschap Scheldestromen). In de praktijk is bijna altijd de veel omvangrijkere standaardbeoordeling nodig. Bij de beoordeling wordt het beoordelingskader infiltratie uit de Nota Grondwater 2019 gebruikt (Nota grondwater). Het kader bestaat uit een stoffenlijst (inclusief normen per stof) en uitgangspunten voor de monitoring van deze stoffen.

Onttrekken grondwater

Voor het onttrekken van grondwater voor agrarisch gebruik is er meldplicht of een vergunning van het waterschap nodig (Waterschap Scheldestromen). Het onttrekken van grondwater is niet overal toegestaan. In Zeeland is onttrekken alleen toegestaan met horizontale drains met een maximale diepte van 6 meter beneden het maaiveld (Nota grondwater) en alleen buiten de gebieden die worden aangemerkt als ‘kwetsbaar’.

U heeft aangegeven dat uw zoetwaterbel kleiner is dan 15 meter. Gebieden met ondiepe zoetwaterbellen (<15 m zoetwater) vallen onder de kwetsbare gebieden, waar onttrekking niet is toegestaan (Nota grondwater). Zie ook van het Waterschap deze folder. De regelgeving biedt de mogelijkheid hiervan af te wijken door onttrekkingen in combinatie met infiltratie bij wijze van proef wel toe te staan (Van Popering-Verkerk 2021). Het is belangrijk om hiervoor vroegtijdig contact met het waterschap op te nemen. Bij de beoordeling is het bemalingsadvies cruciaal, dit wordt op tal van criteria beoordeeld (naast balans ook omgeving, verontreiniging, natuur, archeologie). Het helpt om daarbij meerdere hydrologische jaren door te rekenen en zo een reëel beeld te krijgen. Het verkrijgen van een vergunning in deze situatie is dus wel mogelijk, mits de balans goed in stand wordt gehouden en aan de andere criteria wordt voldaan (Van Popering-Verkerk 2022).

U heeft aangegeven dat uw zoetwaterbel groter is dan 15 meter. In gebieden met zoetwatervoorkomens (>15 m zoetwater) is onttrekken toegestaan. Er is een melding nodig wanneer tussen de 10-60 m3 per uur en niet meer dan 3.000 m3 per kwartaal en niet meer dan 8.000 m3 per jaar wordt onttrokken. Er is een vergunning nodig wanneer meer water wordt onttrokken. Wanneer meer dan 25.000 m3 per jaar wordt onttrokken, moet het water geretourneerd worden (Nota grondwater).

Voor de inrichting van het drainagesysteem zijn er specifieke inrichtingseisen. Zo moet de afstand tot de waterlopen minimaal 25 meter bedragen, de afstand tot andere onttrekkingsmiddelen minimaal 200 meter bedragen en de afstand tot percelen van anderen minimaal 50 meter (voor dit laatste is een ontheffing mogelijk) (Nota grondwater).























Referenties